Waarom rookstopprogramma’s minder goed lijken te werken in lagere sociaal-economische milieus

oktober 2023 Verslaving Verslavingszorg Willem van Altena

Stoppen met roken is voor iedere roker een uitdaging, maar bij mensen uit een lager sociaal-economisch milieu lijkt het moeilijker te zijn dan voor anderen. Vooral het gebrek aan duurzame begeleiding, in de vorm van ondersteuning door zorgverleners is een probleem. Dat zijn de conclusies uit een zeer kleine, maar belangwekkende studie door onderzoekers van Universiteit Maastricht die onlangs is gepubliceerd in medisch vaktijdschrift BMC Public Health.

Om mensen ertoe te bewegen om te stoppen met roken, en vooral om ervoor te zorgen dat de rookstop beklijft, zijn er verschillende factoren in het spel. Zoals: financiering, betrokken stakeholders, bekende personen die de actie in gang zetten, en het vermogen om het eigen gedrag aan te passen. De onderzoekers uit Maastricht wilden met name weten hoe interventies bij mensen uit een lagere sociaal-economische klasse het beste opgezet zouden moeten worden.

Stakeholders

Voor hun onderzoek interviewden de wetenschappers 15 ‘relevante stakeholders’ uit Haarlem, Den Haag en Utrecht. In wijken waar vooral personen uit een lage sociaal-economische klasse wonen was in die steden een rookstopproject opgezet, soms groepsgewijs en soms individueel.  Onder de ‘relevante stakeholders’ bevonden zich begeleiders, coördinatoren, raadgevers en gezondheidsmedewerkers. Tien overige stakeholders wilden niet meewerken aan het onderzoek.

Onder de geinterviewden was er consensus over de uitdagingen waar zij zich mee geconfronteerd zagen bij het initieren van rookstopprogramma’s in achterstandswijken. Genoemd werd als eerste de beperkte financiering van de ziekteverzekeraars, gemeenten en nationale overheden. Die gebrekkige financiering heeft invloed op personeelscapaciteit, werving van kandidaten voor rookstop en kan de oorzaak van organisatorische problemen zijn.

Drie knelpunten

In totaal kwamen er drie knelpunten uit de interviews naar voren:

  • onvoldoende vrijmaken en beschikbaar stellen van middelen;
  • onvoldoende ondersteuning op managementniveau;
  • onvoldoende besef van het belang van het project en/of de interventie.

In hoeverre een rookstopinterventie slaagde en langdurig effect had hing af van het bewustzijn van alle betrokken partijen en hoe die samen rond de tafel konden komen om te werken naar een succesvolle rookstop toe. De stakeholders hameren er eveneens op dat zij op hun beurt rekenen op steun vanuit het management. Daarnaast geven zij aan dat in de minderbedeelde wijken wantrouwen bestaat jegens overheidsinstanties en dat vertrouwen een grote rol speelt bij het activeren en betrokken houden van mensen uit een lagere sociaal-economische klasse.

De onderzoekers concluderen uit de interviews dat het moeilijk is om in dergelijke wijken personen die met roken willen stoppen te vinden. Volgens de auteurs zou rekrutering van rookstopkandidaten minder intensief en drammerig moeten gebeuren, maar echter wel op een continue basis. De auteurs geven alvast een aantal aanbevelingen mee.

Aanbevelingen

  • Zorg voor structurele financiering op lange termijn voor rookstoprojecten bij deze groep.
  • Moedig de stakeholders continu aan met succesverhalen die ze kunnen meenemen in hun rol binnen het project.
  • Zorg voor adequate training voor zorgverleners en andere stakeholders.
  • Het is niet nodig om speciale rookstopprojecten voor deze groep op te zetten, maar er is wel behoefte aan initiatieven die vertrekken vanuit de uitdagingen voor rookstop bij deze populatie, om vervolgens te kunnen aansluiten bij een reeds bestaand initiatief.

Referentie

Poole NL, van den Brand FA, Willemsen MC, Nagelhout GE. Challenges and successes in the sustainment of Dutch community-level smoking cessation interventions for residents with a low socioeconomic position. BMC Public Health. 2023 Aug 23;23(1):1605. doi: 10.1186/s12889-023-16529-3. PMID: 37612663; PMCID: PMC10464105.