SIT LESS-interventie krijgt patiënten met coronaire hartziekte in beweging

februari 2023 Beweging Cardiovasculair Dominique Vrouwenvelder

Uit eerdere studies blijkt dat vervanging van sedentair gedrag door lichte en matige tot krachtige lichamelijke activiteit het risico op ongunstige uitkomsten vermindert en cardiovasculaire risicofactoren verbetert. De SIT LESS-interventie van onderzoekers van het Radboudumc poogde om patiënten met coronaire hartziekten (‘coronary artery diseas’, CAD) in beweging te krijgen, omdat deze doelgroep een aanzienlijke tijd sedentair doorbrengt.

Sedentair gedrag wordt gedefinieerd als elk gedrag met lage intensiteit in een zittende, liggende of achteroverleunende houding terwijl men wakker is. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat een dagelijkse sedentaire tijd (ST) die de bovengrens van het normale aantal uren (zijnde 9,5 uur/dag) overschrijdt, in verband staat met een verhoogd risico van morbiditeit en mortaliteit als gevolg van hart- en vaatziekten, zelfs als rekening wordt gehouden met traditionele risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

Een sedentaire levensstijl komt veel voor bij patiënten met CAD. Zij hebben een aanzienlijk hogere ST in vergelijking met de algemene bevolking (10,4 versus 9,4 uur/dag). Zelfs na hartrevalidatieprogramma’s blijft de dagelijkse tijd die patiënten met CAD sedentair doorbrengen hoog. De reguliere hartrevalidatieprogramma’s richten zich doorgaans niet of weinig op ST. Er is behoefte aan strategieën ter vermindering van ST om de secundaire preventie bij patiënten met CAD te verbeteren.

Fysieke activiteit

Epidemiologische studies hebben aangetoond dat vervanging van ST door lichte en matige tot krachtige fysieke activiteit het risico op ongunstige uitkomsten bij patiënten met hart- en vaatziekten en de algemene bevolking vermindert. Bovendien kan onderbreking van ST door het nemen van actieve pauzes ook de cardiovasculaire risicofactoren en gezondheidsuitkomsten verbeteren.

Deze klinische studie, uitgevoerd onder leiding van Thijs Eijsvogels van het Radboudumc, onderzocht de effectiviteit van een sedentaire gedragsinterventie als gepersonaliseerde secundaire preventiestrategie (SIT LESS) op veranderingen in ST bij patiënten met CAD die deelnemen aan hartrevalidatie.

SIT LESS-interventie

Patiënten werden gerandomiseerd naar gebruikelijke zorg (n=104) of SIT LESS (n=108). Beide groepen ontvingen een uitgebreid hartrevalidatieprogramma van 12 weken in een centrum met face-to-face consulten en oefensessies onder toezicht. De SIT LESS-deelnemers ontvingen daarnaast een 12 weken durende, door verpleegkundigen uitgevoerde, hybride gedragsveranderingsinterventie in combinatie met een op zak gedragen activity tracker die was verbonden met een smartphone applicatie om continu de ST te monitoren.

Arts-onderzoeker Bram van Bakel, hoofdauteur van deze studie licht toe: “Deze patiënten werden voorgelicht over de risico’s van te veel zitten en stelden samen met de revalidatieverpleegkundige concrete doelen om minder te zitten. Ook kregen ze een slimme bewegingsmeter mee naar huis die gekoppeld was aan hun smartphone. Zo kregen de patiënten en de verpleegkundigen inzicht in het zitgedrag. Bovendien ging de bewegingsmeter trillen als de patiënt een half uur onafgebroken zat.”

De primaire uitkomst was de verandering in ST tussen pre- en post-rehabilitatie. Daarnaast werden ook veranderingen in kenmerken van ST (prevalentie van langdurige sedentaire periodes en aandeel van patiënten met ST ≥ 9,5 uur/dag), tijd besteed aan lichte en matige tot krachtige fysieke activiteit, aantal stappen, kwaliteit van leven, competenties voor zelfmanagement en cardiovasculaire risicoscore geëvalueerd als secundaire uitkomsten.

Beide groepen bewegen meer

De patiënten (77% man) waren 63 ± 10 jaar oud en hadden voornamelijk een myocardinfarct (78%). ST nam met gemiddeld 1,6 uur per dag af bij SIT LESS (interkwartielafstand [‘inter quartile range’, IQR] – 2,1 tot – 1,1). In de controlegroep was de afname gemiddeld 1,2 [IQR: -1,7 tot – 0,8] uur per dag. De verschillen tussen de groepen bereikten geen statistische significantie -0,4 [IQR: -1,0 tot 0,3]) uur/dag).

Onderzoeksleider Eijsvogels: “De afname in zittijd was dus ook in de controlegroep erg groot. Dat hadden we niet verwacht. Mogelijk waren de revalidatieverpleegkundigen zo enthousiast over de interventie dat er toch wat doorgesijpelde naar het reguliere revalidatieprogramma. Verder zagen patiënten van beide groepen elkaar geregeld. Wellicht is de controlegroep hierdoor beïnvloed, waardoor zij ook minder zijn gaan zitten. Hoe dan ook is het goed nieuws dat deze patiënten minder lang zijn gaan zitten.”

Het aandeel patiënten met een ST boven de bovengrens van normaal (≥ 9,5 uur/dag) na de revalidatie was significant lager bij SIT LESS dan bij de controles (48% versus 72%, voor de base line gecorrigeerde odds-ratio 0,4 [IQR: 0,2-0,8]). Er werden geen verschillen waargenomen in de andere vooraf gedefinieerde secundaire uitkomsten.

Conclusies en implicaties

Onder patiënten met CAD die deelnemen aan hartrevalidatie, leidde SIT LESS niet tot significant grotere reducties in ST in vergelijking met controles, maar de uitvoering was haalbaar en er werd een verminderde kans op een ST ≥ 9,5 h/dag waargenomen.

Eijsvogels: “Ons onderzoek laat ook zien dat je zitgedrag best makkelijk kunt veranderen, maar niet als je mensen aan hun lot overlaat. Nu we hebben aangetoond dat we de zittijd drastisch kunnen verkorten gaan we een nieuwe studie opzetten waarin we de gezondheidswinst van onze interventie kunnen aantonen. Daarvoor hebben we grotere groepen patiënten nodig dan we nu hebben onderzocht. Ik ben er van overtuigd dat deze aanpak de ernst van hart- en vaatziekten vermindert en sterfte kan voorkomen.”

Referentie

van Bakel BMA, Kroesen SH, Bakker EA, et al. Effectiveness of an intervention to reduce sedentary behaviour as a personalised secondary prevention strategy for patients with coronary artery disease: main outcomes of the SIT LESS randomised clinical trial. Int J Behav Nutr Phys Act. 2023 Feb 14;20(1):17.

Lees hier het nieuwsbericht van het Radboudumc.