Seksuele voorkeur geassocieerd met cardiovasculaire risicofactoren

augustus 2023 Preventie Cardiovasculair Seksualiteit Diede Smeets

Personen die tot een seksuele minderheid behoren scoren slechter bij beoordelingen van cardiovasculaire risicofactoren.1 Eerstelijnspreventie van hart- en vaatziekten is daardoor een belangrijke preventiestrategie bij deze populaties. Uit een Frans onderzoek is recentelijk gebleken dat lesbische en biseksuele vrouwen mogelijk een hoger risico lopen op het krijgen van hart- en vaatziekten vergeleken met heteroseksuele vrouwen. Homo- en biseksuele mannen liepen daarentegen waarschijnlijk een lager risico op cardiovasculaire aandoeningen dan heteroseksuele mannen.2

Het doel van de huidige studie was om te onderzoeken of een associatie bestaat tussen seksuele minderheidsstatus en twee scores die de cardiovasculaire gezondheid weerspiegelen: Life’s Essential 8 (LE8) en Life’s Simple 7 (LS7).

CONSTANCES-studie

In de cohortstudie CONSTANCES werden op willekeurige wijze volwassenen geselecteerd die woonachtig waren in 21 Franse steden, of in de omgeving. De seksuele minderheidsstatus van deze personen werd bepaald op basis van het seksuele gedrag tijdens de levensduur, gerapporteerd door de deelnemer zelf. Op basis van deze informatie werden de deelnemers gecategoriseerd als zijnde homoseksueel, biseksueel of heteroseksueel. Cardiovasculaire gezondheid werd beoordeeld op basis van de LS7- en LE8-scores. De LS7-score omvat de volgende domeinen:

  • Blootstelling aan nicotine;
  • Dieet;
  • Fysieke activiteit;  
  • BMI;
  • Bloedglucosewaarde;
  • Bloeddruk;
  • Bloedlipidewaarden.

De LE8-score omvat naast deze domeinen ook de slaapgezondheid. Voor beide cardiovasculaire gezondheidsscores geldt: hoe hoger, hoe beter.

Seksuele minderheden

In totaal werden 169.434 volwassenen zonder hart- en vaatziekten geïncludeerd, waarvan 53,64% vrouw en met een gemiddelde leeftijd van 45,99 jaar. Van de 90.879 geïncludeerde vrouwen waren er 555 lesbisch (0,61%), 3.149 biseksueel (3,47%) en 84.363 heteroseksueel (92,83%). Onder de 78.555 geïncludeerde mannen werden er 2.421 geclassificeerd als homoseksueel (3,08%), 2.748 als biseksueel (3,50%) en 70.994 als heteroseksueel (90,37%). De rest van de geïncludeerde personen wilden hun seksuele geaardheid niet delen.

Afwijkende cardiovasculaire gezondheid

De LS7- en LE8-scores van vrouwen waren hoger dan die van mannen, onafhankelijk van seksuele voorkeur. Lesbische en biseksuele vrouwen bleken een lagere LE8-score te hebben vergeleken met heteroseksuele vrouwen (β [95%-BI]: lesbische vrouwen: -0,95 [-1,89 tot -0,02]; biseksuele vrouwen: -0,78 [-1,18 tot -0,38]). Homoseksuele en biseksuele mannen hadden daarentegen een hogere LE8-score dan heteroseksuele mannen (β [95%-BI]: homoseksuele mannen: 2,72 [2,25-3,19]; biseksuele mannen: 0,83 [0,39-1,27]). Vergelijkbare uitkomsten werden gerapporteerd voor de associatie tussen de LS7-score en seksuele minderheidspopulaties.

Wanneer gekeken werd naar de domeinen binnen de LE8-score, viel op dat lesbische vrouwen lager scoorden op dieet en bloeddruk, terwijl biseksuele vrouwen hoger scoorden op dieet maar tegelijkertijd meer rookten dan heteroseksuele vrouwen.  Homoseksuele mannen scoorden slechter wat betreft fysieke activiteit maar beter in slaapgezondheid dan heteroseksuele mannen. Biseksuele mannen bleken vaker te roken dan heteroseksuele mannen.

Een andere interessante bevinding was dat homo- en biseksuele mannen alleen een hogere LE8-score hadden dan heteroseksuele mannen wanneer zij in een stad woonden; wanneer ze op het platteland woonden was hun LE8-score juist lager dan die van hun heteroseksuele geslachtsgenoten. Bij vrouwen werd een dusdanig associatie niet gevonden. Tot slot bleken lesbische vrouwen alleen een lagere LE8-score te hebben dan heteroseksuele vrouwen wanneer deelnemers die nooit zwanger waren geweest, vergeleken werden. Vergelijking van vrouwen die zwanger waren geweest uit beide subpopulaties leidde niet tot een onderling verschil in LE8-score. Bij biseksuele vrouwen werd een dergelijke interactie met zwangerschap niet gevonden. Menopauze beïnvloedde de relatie tussen cardiovasculaire gezondheid en seksuele minderheidsidentiteit in deze studie niet.  

Conclusie

Volwassenen die behoren tot een seksuele minderheid lijken een afwijkend risico op hart- en vaatziekten te lopen ten opzichte van hun heteroseksuele geslachtsgenoten. De lagere cardiovasculaire gezondheid die wordt waargenomen bij lesbische en biseksuele vrouwen kan een aanleiding vormen tot het prioriteren van eerstelijns preventiestrategieën tegen cardiovasculaire aandoeningen bij deze populatie.

Referenties

  1. Caceres BA, Brody A, Luscombe RE, et al. A systematic review of cardiovascular disease in sexual minorities. American Journal of Public Health 2017;107:e13-21.
  2. Deraz O, Caceres B, Streed Jr CG, et al. Sexual minority status disparities in life’s essential 8 and life’s simple 7 cardiovascular health scores: a French nationwide population‐based study. Journal of the American Heart Association 2023;12:e028429.