Plantaardige vleesalternatieven (‘plant-based meat alternatives’, PBMA’s) worden steeds populairder, vooral onder jongere en gezondheidsbewuste consumenten die dierlijk vlees uit hun dieet willen vervangen. Een recente studie, gepubliceerd in de Canadian Journal of Cardiology, onderzocht de cardioprotectieve effecten van PBMA’s bij Canadezen. En het blijkt dat de plantaardige vleesvervangers mogelijk een gunstig effect op de hartgezondheid hebben.
PBMA’s zijn sterk bewerkte voedingsmiddelen die als vleesvervangers dienen. Ze lijken op, smaken als en hebben dezelfde textuur als dierlijk vlees, maar worden gemaakt van plantaardige eiwitten zoals die van tarwe, soja, erwten en schimmels. PBMA’s winnen de laatste jaren aan populariteit. Veel mensen kiezen ervoor om minder vlees te eten om ethische, milieu- of voedingsredenen.
Over het algemeen hebben PBMA’s een lagere gemiddelde energiedichtheid, minder totaal vet, verzadigd vet en eiwit, maar bevatten ze meer vezels dan vlees. Ze bieden de meeste micronutriënten die in vleesproducten te vinden zijn, terwijl ze een gezonder voedingsprofiel bieden. Een belangrijk nadeel van PBMA’s is echter hun hogere natriumgehalte, wat kan bijdragen aan verhoogde bloeddruk en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Aangezien PBMA’s zijn geproduceerd uit extracten van hele voedingsmiddelen of synthetisch in een laboratorium worden vervaardigd, worden ze ook geclassificeerd als ultrabewerkte voedingsmiddelen. Algemeen wordt aangenomen dat de consumptie van ultrabewerkte voedingsmiddelen het risico op totale mortaliteit en hart- en vaatziekten verhoogt met respectievelijk 21% en meer dan 35%. Elk extra dagelijkse portie ultrabewerkte voeding verhoogt deze risico’s met respectievelijk 2% en 4%. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert daarom om de consumptie van ultrabewerkte voedingsmiddelen te beperken. Maar maakt het bewerkingsproces van PBMA’s ze automatisch minder gezond dan vlees?
Om die vraag te beantwoorden analyseerden wetenschappers in Canada één systematische review van PBMA’s en twaalf gecontroleerde onderzoeken, waarvan sommige gerandomiseerd waren. Niet alle onderzoeken rapporteerden waarden van apolipoproteïne B (ApoB), wat een nauwkeurigere voorspeller is van cardiovasculair risico in vergelijking met low-density lipoproteïne (LDL) cholesterol. Verschillende controlediëten en combinaties van PBMA’s droegen bij aan de heterogeniteit van de analyse.
Hoewel PBMA’s een breed voedingsspectrum hebben, is hun consumptie geassocieerd met een betere cardiovasculaire gezondheid vergeleken met vleesproducten. Deze voordelen zijn waarschijnlijk te danken aan hun lagere gehalte aan verzadigd vet, evenals hogere gehaltes aan meervoudig onverzadigde vetten en voedingsvezels. Zelfs wanneer de vezel- en vetzuurgehaltes worden afgestemd, lijken PBMA’s cardiovasculaire bescherming te bieden in vergelijking met vlees.
De momenteel beschikbare PBMA’s bevatten minder verzadigde vetten en meer meervoudig onverzadigde vetten dan de vervangers die in de meeste onderzoeken in de meta-analyse werden gebruikt. Hierdoor is de schatting van het cardioprotectieve effect van PBMA’s waarschijnlijk conservatief.
In verschillende onderzoeken was het vervangen van vlees door PBMA’s geassocieerd met lagere niveaus van totaal en LDL-cholesterol, ApoB-100 en lichaamsgewicht. De cholesterolverlagende effecten van PBMA’s kunnen te wijten zijn aan verschillende factoren, zoals het vervangen van boter door olijfolie, mayonaise, melkvet of margarine. Deze soorten voedingsvervangingen zijn in andere studies geassocieerd met een verminderd cardiometabool risico en sterfte.
Olijfolie, bijvoorbeeld, is weliswaar een hoogbewerkt product, maar ook rijk aan polyfenolen die ontstekingen verminderen, de endotheliale functie verbeteren en de bloeddruk verlagen. Veel studies gebruikten echter niet-representatieve tropische oliën zoals kokosolie, die voor 90% uit verzadigd vet bestaat, als primaire vetbron in plaats van de gangbaarder gebruikte plantaardige oliën.
Een verhoogde consumptie van peulvruchten verlaagt het risico op cardiovasculaire aandoeningen. In westerse landen is soja-eiwit een van de meest voorkomende basisingrediënten voor de synthese van PBMA’s en is consistent geassocieerd met een verminderd cardiovasculair risico tot 16%. Soja is rijk aan meervoudig onverzadigde vetten en vezels, met mogelijk cardioprotectieve isoflavonen.
Erwteneiwit is een andere belangrijke bron van niet-soja-gebaseerde peulvruchteiwitten in PBMA’s. Recente studies geven aan dat het consumeren van 400 gram peulvruchten per week het risico op cardiovasculaire aandoeningen met meer dan 10% kan verminderen; deze voordelen kunnen echter niet direct worden geëxtrapoleerd naar PBMA’s, die alleen verwerkt eiwit bevatten.
Tarwegluten en mycoproteïne worden ook vaak gebruikt in PBMA’s. De potentiële gezondheidsbevorderende voordelen van tarwegluten vereisen aanvullend onderzoek, omdat het simpelweg een marker voor volkoren consumptie kan zijn in plaats van een beschermend voedsel. Mycoproteïne is populair onder fitnessliefhebbers. Het stimuleert spiermassa en -kracht, vergelijkbaar met de effecten die worden geassocieerd met een vleesrijk of sojarijk veganistisch dieet. Bovendien kan mycoproteïne de verzadiging bevorderen; echter, de impact op cholesterolniveaus blijft onduidelijk.
Aanvullende studies zijn nodig om de effecten van PBMA’s met meer onverzadigde vetten op cardiovasculaire risicofactoren te onderzoeken, evenals de optimale hoeveelheden en typen PBMA’s en de voedingsmiddelen die ze zouden moeten vervangen. De vertaling van deze effecten naar daadwerkelijke verminderingen in negatieve cardiovasculaire gebeurtenissen, zoals hartaanvallen en beroertes, moet ook worden bevestigd.
Hoewel er geen negatieve effecten op het HVZ-risico werden waargenomen ondanks hun classificatie als ultrabewerkte voedingsmiddelen, zijn prospectieve langetermijnstudies essentieel om de veiligheid van PBMA’s te bevestigen, concluderen de onderzoekers.
Referentie