
Veroudering tegengaan met omega-3? Nieuw onderzoek laat zien dat het mogelijk is. Een Zwitserse studie gepubliceerd in Nature Aging suggereert dat dagelijkse suppletie met omega-3 de biologische veroudering met tot wel vier maanden kan vertragen. Bovendien suggereert het onderzoek dat de combinatie van omega-3, vitamine D en beweging een additief effect heeft op het vertragen van het verouderingsproces en zelfs kan bijdragen aan een lagere kans op kanker en een verminderd risico op kwetsbaarheid.
Biologische veroudering is de geleidelijke achteruitgang van fysiologische functies. Hoewel talrijke dier- en humane studies inzicht hebben verschaft in dit proces, blijft de zoektocht naar effectieve strategieën om het te vertragen een belangrijk onderzoeksveld. Observatiestudies en kleine klinische proeven suggereren dat vitamine D, omega-3 en lichaamsbeweging een rol kunnen spelen bij het afremmen van veroudering, maar grootschalige klinische studies naar deze interventies, afzonderlijk en in combinatie, zijn schaars.
De studie analyseerde gegevens van 777 Zwitserse deelnemers aan het DO-HEALTH-onderzoek, een multicenter gerandomiseerde gecontroleerde studie gericht op gezond ouder worden. Deelnemers kregen drie jaar lang 2.000 internationale eenheden (IU) vitamine D per dag, één gram omega-3 per dag in de vorm van een capsule, en deden driemaal per week een 30-minuten durend oefenprogramma.
Met behulp van drie epigenetische klokken van de tweede generatie en één van de derde generatie berekenden de onderzoekers de snelheid van biologische veroudering. De analyse van bloedmonsters toonde aan dat dagelijkse omega-3-inname de biologische veroudering van drie van de vier epigenetische klokken met maximaal vier maanden vertraagde. Deze effecten bleken onafhankelijk van leeftijd, geslacht en BMI.
Een opvallende ontdekking was het additieve effect van de combinatie van omega-3, vitamine D en lichaamsbeweging op een van de epigenetische klokken. De onderzoekers zagen dat deze gecombineerde interventie de grootste impact had op het verlagen van het kankerrisico en het voorkomen van kwetsbaarheid bij ouderen.
Verder bleek dat deelnemers met lage omega-3-waarden bij aanvang van de studie grotere epigenetische verschuivingen vertoonden, wat suggereert dat de initiële voedingsstatus een rol speelt in hoe sterk het lichaam reageert op deze interventies. De grootste effecten werden waargenomen bij twee epigenetische klokken van de tweede generatie en één van de derde generatie, in lijn met eerdere studies over leefstijlfactoren en biologische veroudering.
Hoewel de resultaten veelbelovend zijn, wijzen de onderzoekers op enkele beperkingen. Er bestaat geen gestandaardiseerde maatstaf voor biologische veroudering, en epigenetische klokken meten slechts een deel van de verouderingsgerelateerde veranderingen. Daarnaast was de studiepopulatie beperkt tot Zwitserse volwassenen van 70 jaar en ouder, waardoor de resultaten mogelijk niet direct te generaliseren zijn naar andere bevolkingsgroepen. Tot slot blijft onduidelijk hoe deze interventies biologische veroudering op de lange termijn beïnvloeden. Verdere langetermijnstudies zijn nodig om deze effecten beter te begrijpen.