In een recent gepubliceerd onderzoek in Nature Metabolism zijn opwindende bevindingen gemeld over de potentiële effectiviteit van maridebart cafraglutide, voorheen bekend als AMG 133, in het behandelen van obesitas. Het fase I-onderzoek, uitgevoerd door onderzoekers van farmaceut Amgen, onthulde een dosisafhankelijk gewichtsverlies bij volwassenen met obesitas. Het leek bovendien om een duurzaam gewichtsverlies te gaan.
In dit gerandomiseerde, placebogecontroleerde onderzoek werden 49 volwassenen tussen 18 en 65 jaar met obesitas, maar zonder diabetes, willekeurig toegewezen aan maridebart cafraglutide of placebo. De deelnemers die maridebart cafraglutide ontvingen, werden verdeeld over zes groepen met enkelvoudige oplopende doses en drie groepen met meervoudige oplopende doses. Opvallend was dat alle maridebart cafraglutide-groepen een afname van lichaamsgewicht vertoonden, met overwegend milde gastro-intestinale bijwerkingen.
De 21 mg groep vertoonde een afname van 2.4% in lichaamsgewicht na 29 dagen. De 840 mg groep liet een gewichtsafname van 8.2% zien na 92 dagen. Placebo toonde een toename van 1.7% in lichaamsgewicht na 92 dagen.
De 140 mg groep toonde een gewichtsverlies van 7.4% na 78 dagen. Bij de 420 mg groep was het gewichtsverlies opmerkelijk met 14.5% op dag 85. De placebogroep vertoonde een toename van 1.5% in lichaamsgewicht op dag 85. De 420 mg groep behield een gewichtsafname van 11.2% op dag 150 na de laatste dosis.
Het onderzoek toonde ook significante veranderingen in metabole parameters aan, waaronder een afname in nuchtere glucose en glucagon, evenals verhoogde vrije vetzuren bij de groep die maridebart cafraglutide ontving. De onderzoekers benadrukken echter dat verder onderzoek nodig is om de optimale dosering en bredere metabole effecten van het geneesmiddel te begrijpen.
De meest gerapporteerde bijwerkingen waren gastro-intestinale symptomen, zoals misselijkheid en braken, die overwegend mild waren en binnen 48 uur na toediening van maridebart cafraglutide oplosten. Er werden geen ernstige bijwerkingen of hypoglykemie-gerelateerde gevallen gemeld, en de veiligheidsprofielen werden vergeleken met die van GLP-1-receptoragonisten.
Referentie