SAMENVATTING
Wijkverpleegkundigen hebben een belangrijk rol in het verlenen van preventieve zorg. Zij gebruiken daarbij gestandaardiseerde, veelal digitale, classificatiesystemen waarin verpleegkundige diagnoses, gewenste resultaten en interventies worden geregistreerd. Deze systemen maken het mogelijk de kwaliteit van verpleegkundige zorg te onderzoeken en te verbeteren. Voor één zorgorganisatie inventariseerden we in 100 van de 261 dossiers welke preventiegerichte NANDA-diagnoses en interventies in de domeinen gezondheidsbevordering, voeding en activiteit/rust door wijkverpleegkundigen werden geselecteerd. De meeste verpleegkundige diagnoses en interventies werden ingezet in gezondheidsbevordering (resp. 50/109 en 191/365) en activiteit/rust (resp. 45/109 en 132/365). Bij voeding waren het er slechts resp. 14/109 en 42/365. Gestandaardiseerde diagnoses werden gebruikt, maar de interventies werden naar vrij inzicht geformuleerd, waarbij de achterliggende methodische redenatie niet altijd helder was. De generieke diagnoses ‘verminderd activiteitsvermogen’ en ‘verminderde lichamelijke mobiliteit’ werden opgeteld het vaakst geselecteerd (40/109) gevolgd door de generieke diagnose ‘kwetsbare-oudere-syndroom’ (27/109). Wijkverpleegkundigen selecteerden weinig risicodiagnoses en diagnoses in het domein voeding en verbonden niet-gestandaardiseerde interventies aan de diagnoses. Aanwijzingen voor de praktijk zijn dan ook om consequent het selecteren van risicodiagnoses te overwegen en gestandaardiseerde diagnoses en interventies zo specifiek mogelijk te stellen om gerichter preventief te handelen.
(NED TIJDSCHR LEEFSTIJLGENEESKD 2024;2(6):260–6)