Het aantal kankerdiagnoses zal in de komende 10 jaar fors toenemen, tot 156.000 per jaar, wat neerkomt op 18 diagnoses per uur. Dat becijfert het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) in het pas verschenen trendrapport ‘Kanker in Nederland – trends & prognoses tot en met 2032.’ De stijging komt op het conto van twee belangrijke ontwikkelingen: de toenemende vergrijzing en verkeerde leefstijlgewoonten. Het IKNL stelt dat er zwaarder ingezet moet worden op kankerpreventie.
Het aantal kankerdiagnoses stijgt al jaren. In 1989 ging het nog om minder dan 56.000, en 30 jaar later was dat aantal ruim verdubbeld tot 118.000. Voor het lopende jaar 2022 schat het IKNL dat we op ruim 130.000 nieuwe diagnoses uit zullen komen.
Bij de kankercijfers worden zelfs twee kankersoorten niet meegeteld. Basaalcelcarcinoom is getalsmatig de meest voorkomende vorm van kanker, maar is relatief ongevaarlijk en goed te genezen. En ook ductaal carcinoom in situ (DCIS), een vorm van borstkanker is niet meegerekend. Zouden deze twee kankertypes wel meegeteld worden, dan gaat het in 2032 zelfs om 232.000 nieuwe diagnoses.
In Nederland hebben we te maken met ‘dubbele vergrijzing’. Niet alleen neemt het aantal 65-plussers toe, maar de ouderen worden ook steeds ouder. En aangezien kanker veel vaker voorkomt naarmate de leeftijd vordert, neemt dus ook het aantal oudere kankerpatienten toe.
Verkeerde leefstijlkeuzes blijken ook een belangrijke factor in de toename van het aantal kankerdiagnoses. Van roken, alcoholgebruik, ongezonde voeding, overgewicht en een gebrek aan lichaamsbeweging is wetenschappelijk vastgesteld dat zij het kankerrisico verhogen. Maar ook onverstandig zongedrag speelt een rol: overmatige blootstelling aan uv-straling (door zon of zonnebank) zorgt voor een enorme toename in het aantal huidkankerdiagnoses. En daarbij gaat het lang niet altijd om het relatief onschuldige basaalcelcarcinoom, maar om het veel gevaarlijker melanoom.
Voor een klein deel wordt de toename in het aantal diagnoses volgens IKNL ook bepaald door verbeterde diagnostische mogelijkheden waardoor er tegenwoordig kleine tumoren wordt ontdekt die eerder over het hoofd werden gezien.
Het IKNL stelt dat de toename tussen nu en 2022 eigenlijk onvermijdelijk is, omdat het gaat om enerzijds de vergrijzing, en anderzijds om schade die toch al in het verleden is aangericht en niet meer ongedaan gemaakt kan worden. Maar als er vanaf nu preventiever wordt opgetreden denkt het IKNL wel dat er na 2032 een rem op het aantal nieuwe diagnoses kan komen.
Preventieve maatregel | Mogelijke afname in diagnoses van: |
Minder of niet roken | longkanker, keelkanker, blaaskanker, nierkanker |
Voorkomen of tegengaan van overgewicht | leverkanker, galwegkanker, slokdarmkanker, nierkanker |
Minder of geen alcoholgebruik | borstkanker, darmkanker, leverkanker, hoofd-halskanker |
Minder blootstelling aan uv-straling | huidkanker |
Ondanks dat er steeds vaker kanker wordt geconstateerd leidt dat niet tot een vergelijkbare toename in de sterftecijfers. Het risico om aan kanker te overlijden neemt al jaren af door nieuwe en verbeterde behandelingen. Er zijn dus steeds meer mensen in Nederland die leven met of na kanker. Het IKNL verwacht dat hun aantal binnen 5 jaar de grens van 1 miljoen zal passeren, en voor 2032 voorspelt het IKNL dat het om 1,4 miljoen mensen gaat, wat neerkomt op 1 op de 13 Nederlanders. Bij het leeuwendeel van hen gaat het om prostaat-, borst- of huidkanker.
De trends zijn met name problematisch voor de toekomst van de zorg. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) heeft onlangs voorspeld dat, als we de zorg niet anders inrichten, 1 op de 5 mensen in 2030 in de zorg werkzaam moet zijn. Meer doelmatigheid is dus het devies, waarbij minder zorgverleners meer patiënten moeten helpen. Volgens Thijs Merkx, voorzitter raad van bestuur bij IKNL is dat geen onmogelijke opgave. “We moeten breder samenwerken in netwerken. Daarbij zullen we moeten inzetten op passende zorg, en kijken hoe we capaciteit en financiële middelen zo verantwoord mogelijk kunnen inzetten voor de patiënt. Het werken in de sector moet daarbij aantrekkelijker en toegankelijker worden.”
Wat ook een uitdaging wordt is de manier waarop de samenleving als geheel omgaat met het toegenomen aantal mensen met of na kanker. Vaak hebben zij te maken met allerlei fysieke, cognitieve en psychische klachten na hun behandeling. Dat bemoeilijk vaak de terugkeer naar werk. Valery Lemmens, bestuurder bij IKNL: “We zullen aandacht aan die gevolgen moeten besteden. Door onderzoek te doen naar kwaliteit van leven en te kijken of we behandelingen bijvoorbeeld minder intensief kunnen maken. Ook nazorg blijft belangrijk.” Het rapport gaat ook in op de palliatieve fase, die bij kanker en tal van andere aandoeningen speelt. Lemmens: “Het is belangrijk dat de wensen en behoeftes rondom palliatieve zorg tijdig, en het liefst tijdens de behandeling, al besproken worden.”
Meer informatie