Heeft het zin om eten op vaste, tijdgebonden momenten in te zetten als strategie om gewicht te verliezen? Niet direct, zo blijkt uit een recente gerandomiseerde gecontroleerde studie die werd uiutgevoerd door wetenschappers van de Johns Hopkins universiteit in Baltimore (Verenigde Staten). Die laat zien dat time-restricted eating (TRE) bij gelijke calorie-inname geen significante vermindering in gewicht of verbetering van de glucoseregulatie opleverde in vergelijking met een gebruikelijk voedingspatroon (UEP). Deze bevinding suggereert dat eventuele gewichtsverlies-effecten van TRE in eerdere studies mogelijk eerder te wijten zijn aan verminderde calorie-inname in plaats van het tijdstip van voedselinname.
De studie, gepubliceerd in de Annals of Internal Medicine, omvatte 41 volwassenen (18-69 jaar) met obesitas en prediabetes of dieet-gecontroleerde diabetes. Ze werden gedurende 12 weken willekeurig toegewezen aan twee groepen: de TRE-groep met een eetvenster van 10 uur waarbij 80% van de calorieën voor 13.00 uur werd geconsumeerd, en de UEP-groep met een eetvenster van ≤ 16 uur, waarbij minstens 50% van de calorieën na 17.00 uur werd ingenomen. Beide groepen volgden het OmniHeart-dieet met onverzadigde vetten en het aanbevolen dieet uit de SPICE-studie.
Gedurende de onderzoeksperiode bleven de macro- en micronutriënteninhoud constant, met individuele calorische waarden variërend van 1600 tot 3500 kcal/dag, vastgesteld aan de hand van de basislijn van elke deelnemer. Deze benadering verschilt van andere TRE-studies waarbij calorie-inname werd aangepast op basis van veranderingen in gewicht.
Na 12 weken werd er geen significant verschil in gewichtsverlies waargenomen tussen de groepen. De TRE-groep verloor gemiddeld 2,3 kg, maar de UEP-groep iets meer: 2,6 kg. Ook waren er geen verschillen in glycemische parameters tussen beide groepen. Desondanks tonen sommige eerdere onderzoeken aan dat een beperkte voedselinname gedurende 4-10 uur kan leiden tot een natuurlijke afname van de dagelijkse energie-inname met 200-550 kcal en een gewichtsverlies van 3-5% over een periode van 2-12 maanden, naast verbeteringen in metabole risicofactoren zoals insulineresistentie, bloeddruk en triglyceridengehalten.
De demografische kenmerken van de deelnemers toonden een gemiddelde leeftijd van 59 jaar, 93% vrouwen en 93% met een Afro-Amerikaanse achtergrond, met een gemiddelde BMI van 36 en een gemiddeld startgewicht van 96,2 kg.
Interessant genoeg suggereerden zelfgerapporteerde vragenlijsten een lichte afname in fysieke activiteit in de TRE-groep, mogelijk doordat deelnemers eerder naar bed gingen, hoewel dit fenomeen verdere studie vereist.
Hoewel de huidige bevindingen geen duidelijke voordelen van TRE aantoonden ten opzichte van andere dieetinterventies, kan TRE toch een eenvoudige aanpak bieden voor gewichtsbeheersing. In tegenstelling tot traditionele caloriebeperking, waarbij nauwkeurige monitoring nodig is, kan TRE deelnemers toestaan eenvoudigweg binnen een bepaald tijdsvenster te eten. Dit aspect maakt TRE bijzonder geschikt voor gebruik op afstand en kan de toegankelijkheid verbeteren, vooral voor populaties met minder middelen.
In een artikel in Gut uit 2023 benadrukte een gastro-enteroloog van de Mayo Clinic dat gastro-enterologen een grotere rol zouden moeten spelen in de behandeling van obesitas, aangezien obesitas een aanzienlijke risicofactor is voor verschillende gastro-intestinale aandoeningen. Door obesitas vroegtijdig aan te pakken, kunnen gastro-enterologen bijdragen aan het verminderen van ernstige complicaties zoals cardiovasculaire risico’s. Methoden die al worden toegepast bij gastro-intestinale aandoeningen, zoals pancreaslipaseremmers, incretinetherapieën, bariatrische endoscopie en chirurgie, kunnen tevens effectief zijn bij obesitasmanagement en glycemische controle.
Referentie