Er bestaat mogelijk een verband tussen veelvuldig gebruik van laxeermiddelen en een verhoogd risico op dementie. Dat is de conclusie van een studie uit China die onlangs is gepubliceerd in het vakblad Neurology.
Laxeermiddelen of laxativa zijn zonder voorschrift verkrijgbaar en worden veel gebruikt door mensen die constipatie hebben of willen voorkomen het te krijgen. Alle laxeermiddelen zorgen voor veranderingen in het microbioom, de darmflora. Deze wijzigingen, ook wel dysbiose genoemd, zouden misschien zelfs gevolgen hebben tot in de hersenen. Studies bij muizen laten nu een verband zien tussen de intestinale productie van bacteriële toxines en de ontwikkeling van amyloïdeplaques in de hersenen, een kenmerk van de ziekte van Alzheimer.
Onderzoekers uit Shenzhen (China) bogen zich over het verband tussen de inname van laxativa en het dementierisico aan de hand van gegevens uit de Britse databank UK Biobank. Ze analyseerden hiervoor de gegevens van meer dan 476.000 personen uit de leeftijdscategorie 40 tot 69 jaar, zonder dementie op het ogenblik van de inclusie. Van deze groep nam 3,6% op regelmatige basis laxativa in.
Het bleek dat na gemiddeld bijna 10 jaar 1,3% van de laxeermiddelgebruikers dementie had ontwikkeld, maar bij de overige proefpersonen was dat slechts 0,4%. Ook na aanpassing voor leeftijd, geslacht en comorbiditeiten bleef er een verband zichtbaar tussen de regelmatige inname van laxativa en een 51% verhoogd risico op elk type dementie. Dat risico bleek met name vasculaire dementie te betreffen, inclusief dementie als gevolg van een beroerte (+65%(. Voor de ziekte van Alzheimer werd geen associatie aangetroffen.
Hoe meer verschillende laxeermiddelen mensen gebruiken, des te hoger het risico op dementie. Voor een enkel product is dit risico +28%; maar voor minstens twee soorten laxativa is dit +90%. Van alle verschillende klassen laxativa is er alleen een statistisch significant effect zichtbaar met osmotische (+64% voor alle soorten dementie, +97% voor vasculaire dementie). Osmotische laxeermiddelen trekken water aan in de dikke darm. Zo bevorderen ze de evacuatie van de stoelgang.
De onderzoekers stellen dat laxativa de darmflora kunnen aantasten en vervolgens de cognitieve functies via de hersen-darmas. De verandering van het microbioom kan de productie van neurotransmitters wijzigen en de productie van intestinale toxines, die verband houden met inflammatoire respons, verhogen. Op deze manier kunnen laxativa de intestinale barrière verzwakken en de doorgang van neurotoxische metabolieten, de afgeleide producten van intestinale bacteriën, naar het centrale zenuwstelsel vergemakkelijken, denken de wetenschappers. Meer onderzoek is nodig om hun theorie te bevestigen.
De onderzoekers stellen dat zorgverleners, wanneer er inderdaad een hard verband tussen gebruik van laxativa en dementie wordt vastgesteld, moeten proberen om patienten ervan te overtuigen om hun stoelgang op andere manieren te verbeteren. Bijvoorbeeld door hen aan te sporen hun leefstijl aan te passen: meer water te drinken, minder zitten en meer bewegen, en meer vezelrijk voedsel te eten. Naast een potentiële link tussen laxativa en dementie vermoeden de auteurs dat laxeermiddelen ook een mogelijke rol kunnen spelen bij andere neurologische aandoeningen, zoals CVA’s, depressie en de ziekte van Parkinson.
Referentie