Hooikoortspatiënten weten het maar al te goed: eigenlijk bestaat er nauwelijks zoiets als een hooikoortsseizoen. Vrijwel het hele jaar door komen er allergenen in de lucht, al blijft de piek wel rond de zomermaanden liggen. Dankzij de redelijk zachte winter zijn laatbloeiers van vorig jaar nog niet helemaal verdwenen. Intussen staan de elzen en hazelaars al volop in bloei, en dat betekent een eerste piek op de jaarlijkse hooikoortskalender.
Vooral wanneer het droog is kunnen er klachten optreden voor mensen die gevoelig zijn voor elzen- en hazelaarpollen. Stuifmeel zweeft dan langer rond in de buitenlucht. Wanneer het regent slaat het stuifmeel eerder neer en hebben mensen minder last. De lucht wordt als het ware schoongespoeld door de regen.
De echte ‘hooikoortskanonnen’ bloeien overigens nog niet zo vroeg in het jaar. Na de els en de hazelaar volgen taxus en katjeswilg in februari. Maar pas als de berken gaan bloeien, normaliter in april, komen er heel veel allergenen vrij. De berk veroorzaakt van alle bomen de meeste hooikoortsklachten.