Een hogere consumptie van rood vlees, met name bewerkt rood vlees, zoals worst of vleeswaren, verhoogt het risico op cognitieve achteruitgang en dementie. Dit blijkt uit een grootschalige cohortstudie onder leiding van Daniel Wang, MD, ScD, van de Channing Division of Network Medicine van het Brigham and Women’s Hospital in Boston, gepubliceerd in Neurology.
De onderzoekers analyseerden gegevens van 133.771 deelnemers (65,4% vrouwen) uit twee langlopende Amerikaanse cohortstudies: de Nurses’ Health Study (NHS) en de Health Professionals Follow-Up Study (HPFS). Geen van de deelnemers had bij aanvang dementie. De voedselinname werd elke twee tot vier jaar beoordeeld met een semi-kwantitatieve voedingsvragenlijst. Cognitieve achteruitgang werd objectief gemeten met de Telephone Interview for Cognitive Status en subjectief met vragenlijsten. Dementie werd vastgesteld op basis van zelfrapportages en overlijdenscertificaten.
Gedurende de studieperiode kregen meer dan 11.000 deelnemers de diagnose dementie. Personen die dagelijks meer dan een kwart portie bewerkt rood vlees aten, hadden een 13% hoger risico op dementie (HR = 1,13; 95% BI 1,08-1,19) en een 14% hoger risico op subjectieve cognitieve achteruitgang (SCD) (HR = 1,14; 95% BI 1,04-1,25) dan degenen die minder dan een tiende portie consumeerden.
Daarnaast werd een hogere consumptie van bewerkt rood vlees geassocieerd met een snellere achteruitgang van de algemene cognitie, overeenkomend met een versneld verouderingsproces van 1,61 jaar per extra dagelijkse portie (95% BI 0,2-3,03). Voor verbale geheugenprestaties was dit effect zelfs 1,69 jaar per extra dagelijkse portie (95% BI 0,13-3,25).
Ook de consumptie van onbewerkt rood vlees bleek nadelig. Personen die dagelijks één of meer porties onbewerkt rood vlees aten, hadden een 16% hoger risico op SCD vergeleken met degenen die minder dan een halve portie per dag consumeerden (RR = 1,16; 95% BI 1,03-1,3).
Omgekeerd bleek het vervangen van een dagelijkse portie bewerkt rood vlees door een portie noten of peulvruchten samen te hangen met een 19% lager risico op dementie (HR = 0,81; 95% BI 0,75-0,86), een vertraagde cognitieve veroudering met 1,37 jaar (95% BI 2,49 tot 0,25) en een 21% lager risico op SCD (RR = 0,79; 95% BI 0,68-0,92).
Referentie