Amsterdamse onderzoekers leveren nieuw bewijs voor micro- en nanoplastics in onze bloedbaan

juni 2024 Wetenschap Milieu Willem van Altena

Toen onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam in 2022 een studie publiceerden, die aantoonde dat er micro- en nanoplastics (MNP’s) in menselijk bloed aanwezig zijn, werd daarop gereageerd met ongeloof en weerstand, vooral vanuit de plasticindustrie. Maar nu, twee jaar later bevestigt een nieuwe studie uit Amsterdam die bevindingen. Onlangs werden onderzoeksresultaten gepubliceerd in Microplastics and Nanoplastics.

In het dagelijks leven worden we voortdurend blootgesteld aan polymeren, via onze voeding, via de luchtwegen en zelfs via de huid. Als gevolg daarvan worden kleine plasticdeeltjes in ons lichaam worden opgenomen, wat leidt tot detecteerbare niveaus van polymeren in de bloedbaan.

Gezondheidsrisico’s

Senior auteur analytisch chemicus Marja Lamoree benadrukt het belang van de nieuwe bevindingen: “Dit bewijst dat we op de goede weg zijn bij het meten van MNP’s in bloed, en dat dit noodzakelijk is om de mogelijke gezondheidsrisico’s in verband met deze blootstelling te beoordelen.” Deze bevindingen dragen bij aan de snel groeiende kennis over het voorkomen van MNP’s in mensen, wat vaak de aandacht trekt in de pers, bijvoorbeeld met de ontdekking van plasticdeeltjes in placenta’s, maar ook in embryo’s en in zaadballen van mannen en honden.

De nieuwe studie was er met name op gericht om betere gevoelige analytische methoden te vinden om de massaconcentratie van plasticpolymeren in menselijk bloed nauwkeurig te kwantificeren. Het ontbreken van gedetailleerde gegevens over de inwendige blootstelling van de mens aan MNP’s vormt een aanzienlijke uitdaging bij het beoordelen van de gezondheidsrisico’s ervan.

Lagere detectiegrenzen

Om nieuwe resultaten te verkrijgen over de blootstelling van 68 vrijwilligers breidden de onderzoekers het aantal geteste polymeren uit met PVC, een materiaal dat zowel binnen- als buiten veel wordt gebruikt. Daarnaast verfijnden zij de analysemethode om lagere detectie- en kwantificatiegrenzen voor de zes polymeertypen te bereiken, en werden uitgebreide kwaliteitsborgings- en kwaliteitscontrolemaatregelen geïmplementeerd om de nauwkeurigheid van de methode en de betrouwbaarheid van de resultaten te ondersteunen. Ook werden de deeltjes bepaald in twee grootteklassen: deeltjes met een grootte tussen 0,3 en 0,7 µm en deeltjes groter dan 0,7 µm.

De Amsterdamse wetenschappers kwamen met een verbeterde en gevalideerde methode voor de kwantitatieve analyse van een aantal plastics die in bloedmonsters werden aangetroffen, namelijk:

  • polyetheen (PE),
  • polyetheen-tereftalaat (PET),
  • polyvinylchloride (PVC),
  • polymethylmethacrylaat (PMMA),
  • polypropyleen,
  • polystyreen.

Met die verbeterde meetmethode werden 68 bloedmonsters geanalyseerd, en daaruit bleek dat er bij 64 van de 68 monsters polymeren in het bloed zaten, met polyethyleen als meest voorkomende. In 17 bloedmonsters overschreden de polymeerconcentraties de kwantificatielimiet, met een gemiddelde van 1070 ng/mL voor de totale polymeerconcentraties, variërend van 170 tot 2490 ng/mL. Het gemiddelde van de som van polymeren in alle bloedmonsters bedroeg 268 ng/mL.

Overal polymeren

Plastics en synthetische stoffen zijn niet weg te denken uit onze samenleving. En we komen eigenlijk 24 uur per dag met deze materialen in aanraking, soms op onverwachte manieren.

Polyethyleen (PE)

Polyethyleen is de meest gebruikte plastic wereldwijd. Het bestaat in verschillende vormen zoals hoge-dichtheid polyethyleen (HDPE) en lage-dichtheid polyethyleen (LDPE). We komen PE tegen in: plastic zakken en verpakkingsfolie, flessen voor o.a. slaolie of afwasmiddel, maar ook in opbergbakjes en snijplanken, in landbouwplastic en in isolatiemateriaal.

Polyetheen-tereftalaat (PET)

Polyetheen-tereftalaat (PET) is bekend om zijn gebruik in vezel- en verpakkingsmaterialen. Denk vooral aan frisdrankflessen en voedselcontainers. Maar ook folieballonnen en kunststof tapijten worden van PET gemaakt. Daarnaast komen we veel met PET in aanraking in de vorm van fleece kleding.

Polyvinylchloride (PVC)

Polyvinylchloride (PVC) is een veelgebruikte kunststof, zowel in zijn harde vorm (rigide) als zijn zachte, flexibele vorm. We komen het tegen in de bouw (denk aan vloeren en kunststof kozijnen) maar ook in speelgoed, douchegordijnen en kunstleren meubelbekleding. En zelfs onze bankpasjes en creditcards zijn van PVC gemaakt.

Polymethylmethacrylaat (PMMA)

Polymethylmethacrylaat (PMMA) staat ook bekend als plexiglas of acrylglas en is een transparante thermoplast. Het wordt toegepast in plaats van vensterglas, maar ook in dashboards van auto’s, in lichtreclames en bewegwijzering en zelfs in kunstgebitten.

Polypropyleen (PP)

Polypropyleen (PP) is een thermoplastische polymeer die bekend staat om zijn weerstand tegen chemicaliën en slijtage. Het wordt gebruikt in de verpakkingsindustrie, maar er worden ook tapijten en touwen van gemaakt. Veel huishoudelijke artikelen zijn van PP gemaakt, en ook de bumpers van de meeste auto’s bestaan uit polypropyleen.

Polystyreen

Polystyreen komt voor in verschillende vormen, zoals massief polystyreen en geëxpandeerd polystyreen (EPS), beter bekend als piepschuim. Het wordt ingezet als verpakkingsmateriaal, maar ook als isolatie- en geluiddempend materiaal. En ook wegwerpbestek en dvd-doosjes worden van polystyreen gemaakt.

Referentie

Brits, M., van Velzen, M.J.M., Sefiloglu, F.Ö. et al. Quantitation of micro and nanoplastics in human blood by pyrolysis-gas chromatography–mass spectrometry. Micropl.&Nanopl. 4, 12 (2024). https://doi.org/10.1186/s43591-024-00090-w