Dat het consumeren van alcohol tijdens de zwangerschap schadelijk kan zijn voor het ongeboren kind is al langer bekend. Blootstelling aan alcohol tijdens de zwangerschap kan namelijk leiden tot groeistoornissen, miskramen en foetaal alcoholsyndroom (FAS).1 FAS is een spectrum van aandoeningen die op kunnen treden wanneer de moeder van een kind alcohol consumeerde tijdens de zwangerschap. Symptomen zijn onder andere het hebben van abnormale gezichtskenmerken en een klein hoofd. Onderzoekers van het Erasmus MC hebben onlangs de resultaten gepubliceerd van een studie naar het effect van alcoholconsumptie voor en tijdens de zwangerschap op de gezichtskenmerken van het kind.2
Het is bekend dat FAS kan optreden wanneer een grote hoeveelheid alcohol geconsumeerd wordt tijdens de zwangerschap, maar tot op heden was onbekend of FAS ook kan voortkomen uit de consumptie van alcohol in geringe mate of voorafgaande aan de zwangerschap. Met behulp van kunstmatige intelligentie maakten de onderzoekers driedimensionale beelden van de gezichten van kinderen in de Nederlandse Generation R-studie, waarna de associatie tussen 200 verschillende gezichtskenmerken en alcoholconsumptie voor en tijdens de zwangerschap geanalyseerd werd.
Door middel van vragenlijsten die werden ingevuld tijdens de zwangerschap kon de mate van alcoholconsumptie worden vastgesteld. Vervolgens werden de moeders onderverdeeld in drie categorieën:
De gezichtsanalyse van de kinderen werd uitgevoerd op 9-jarige (n=3.149) en 13-jarige (n=2.477) leeftijd.
Ten opzichte van de controlegroep bleek dat de 9-jarige kinderen van moeders die alleen voorafgaande aan de zwangerschap alcohol consumeerden 3 afwijkende gezichtskenmerken vertoonden (blootgesteld: n=278, niet-blootgesteld: n=760). Blootstelling tijdens het eerste trimester van de zwangerschap was geassocieerd met 8 gezichtskenmerken die niet werden gevonden bij de controlegroep (blootgesteld: n=756, niet-blootgesteld: n=760). Zelfs de inname van een kleine hoeveelheid alcohol (<12 g/week) was geassocieerd met afwijkende gezichtskenmerken. Deze hoeveelheid staat gelijk aan een klein glas wijn (175 ml) of een blikje bier (330 ml) per week. Daarnaast bleek consumptie van grotere hoeveelheden alcohol gerelateerd aan de aanwezigheid van meer afwijkende gezichtskenmerken bij de 9-jarige kinderen. De meest frequent geobserveerde afwijkende gezichtskenmerken waren het hebben van een wipneus, een korte neus, een uitstekende kin en een naar binnen gedraaid onderste ooglid. Bij de 13-jarige kinderen werden geen afwijkende gezichtskenmerken gevonden die geassocieerd waren met alcoholconsumptie tijdens de zwangerschap.
Door het gebruik van vragenlijsten is het mogelijk dat de blootstelling aan alcohol van de kinderen onderschat is. Daarnaast was er geen data beschikbaar over de alcoholconsumptie meer dan 3 maanden voor de zwangerschap. Vanwege het observationele karakter van de studie kan op basis van deze resultaten geen oorzakelijk verband worden aangetoond, slechts een associatie.
Het detecteren van afwijkende gezichtskernmerken via kunstmatige intelligentie kan nuttig zijn in toekomstige onderzoeken naar de effecten van prenatale alcoholblootstelling op de gezondheid van het kind. De resultaten onderstrepen de risico’s van alcoholconsumptie tijdens de zwangerschap en duiden ook op het belang van het stoppen van het innemen van alcohol tijdens de zwangerschap en mogelijk zelfs kort daarvoor.
Referenties