‘Activity pacing’ beïnvloedt fysieke activiteit en kwaliteit van leven niet bij MS-patiënten

maart 2023 Beter leven met ziekte Neurologie Diede Smeets

Het opsplitsen van dagelijkse activiteiten in kleine, behapbare delen ter minimalisering van de impact van vermoeidheid wordt ‘activity pacing’ genoemd. Activity pacing is een gedragsstrategie die wordt gebruikt voor het omgaan met vermoeidheid, fysieke activiteitsniveaus, duurzame sportbeoefening en het bereiken van een prettige levensstijl, om daarmee optimale gezondheid en welzijn te bereiken. Over het effect van activity pacing op fysieke activiteit en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven (‘health-related quality of life’, HRQoL) bij volwassen multiple sclerose (MS)-patiënten die last hebben van vermoeidheid is echter weinig bekend.

In een studie gepubliceerd in de International Journal of MS care werd het ongestuurde gebruik van activity pacing en de relatie hiervan met fysieke activiteit en HRQoL onderzocht bij volwassen MS-patiënten. Totaal voltooiden 68 volwassenen met MS een vragenlijst over activity pacing, fysieke activiteit en HRQoL op drie tijdspunten: 14, 33 en 52 weken na rehabilitatie. De vragenlijst bestond uit een ingekorte versie van de ‘Short Questionnaire to Assess Health-Enhancing Physical Activity’ (SQUASH). Daarnaast werd de deelnemers gevraagd om de ‘Activity Pacing and Risk of Overactivity Questionnaire’, de ‘Fatigue Severity Scale’ en ‘RAND 12-item Health Survey’ (RAND-12) in te vullen.

Fysieke activiteit

De studiedeelnemers hadden gemiddeld genomen overgewicht (BMI ≥25), een leeftijd van 45,2 jaar en 22% was man. Activity pacing bleek niet geassocieerd te zijn met langetermijn fysieke activiteit (p=0,89). De associatie tussen vermoeidheid en fysieke activiteit bleek te kunnen worden voorspeld op basis van het waargenomen risico op overactiviteit (β=-0,19, p=0,02). Bij personen die risico lopen op overactiviteit bestaat dus een negatieve associatie tussen vermoeidheid en fysieke activiteit. Er werd geen relatie geobserveerd tussen fysieke activiteit en leeftijd, sekse of BMI (p>0,05).

HRQoL

Activity pacing bleek ook niet significant geassocieerd met de HRQoL (p=0,09), terwijl vermoeidheid wel negatief gecorreleerd was met HRQoL (β=-0,33, p<0,001). Daarnaast bleek een hogere leeftijd significant geassocieerd met een hogere HRQoL (β=0,27, p=0,004), waar een hogere BMI juist geassocieerd was met een lagere HRQoL (β=-0,32, p<0,001). Ook de associatie tussen vermoeidheid en HRQoL kon worden voorspeld op basis van risico op overactiviteit.

Conclusie

Deze resultaten tonen volgens de auteurs aan dat er momenteel geen duidelijke strategie is onder volwassen MS-patiënten wat betreft het verbeteren van de fysieke activiteit en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Wellicht kunnen doelgerichte activity pacing-interventies de fysieke activiteit van MS-patiënten verbeteren. Om daar achter te komen zal meer onderzoek moeten plaatsvinden.

Referentie

Abonie US, Seves BL, Hoekstra F, et al. Assessment of activity pacing in relation to physical activity and health-related quality of life in adults with multiple sclerosis: A foundation for further intervention development. Int J MS Care 2021;23:207-12.