
Een vezelrijk voedingspatroon blijkt niet alleen gezond te zijn voor de spijsvertering, maar kan ook een positief effect hebben op de gemoedstoestand. Dat is de uitkomst van een studie door wetenschappers van TNO, die onlangs werden gepubliceerd in vaktijdschrift Brain, Behavior and Immunity Health. Opmerkelijk genoeg doet dit effect zich alleen door bij vrouwen. Voor het humeur van mannen maakte het niets uit of ze vezels binnenkregen.
TNO onderzocht samen met de afdeling Food Specialties van dsm-firmenich en CHDR, het Centre for Human Drug Research in Leiden, of vezels een effect hebben op de stemming van deelnemers. Dat darmen en hersenen nauw met elkaar in verbinding staan via de zogeheten ‘hersen-darm-as’ is al langer bekend. Het darm microbioom blijkt van grote invloed te zijn op het functioneren van de hersenen. De onderzoekers van TNO, die werden geleid door Koen Hogenelst, wilden weten of beïnvloeding van het microbioom door middel van voedingsvezels een effect op de stemming zou hebben. Simpel gesteld: gaan mensen zich beter voelen als ze ook beter eten?
In de studie werden 54 deelnemers betrokken. Deze mensen waren over het algemeen gezond, hadden geen stemmingsproblemen en alleen een verhoogd BMI (25 tot 30). Er waren 2 onderzoeksfases van elk 12 weken. De deelnemers kregen één keer per dag een supplement van 10 gram prebiotische vezels (acaciagom en wortelextract). De andere keer kregen ze dagelijks een placebo.
Sommige deelnemers doorliepen eerst de ‘vezelfase’, andere eerst de placebofase. Dit gebeurde geblindeerd, deelnemers en onderzoekers wisten niet wie wat wanneer kreeg. Tijdens beide fases werden ontlastingsmonsters van de deelnemers afgenomen om te onderzoeken of er veranderingen waren in hun darmmicrobioom. De laatste 10 dagen werd ook de stemming van de deelnemers gemeten. Hiervoor vulden ze 6 keer per dag een vragenlijst in, waarmee ze konden aangeven hoe hoog ze scoorden op positieve emoties als ‘vrolijk’, en op negatieve emoties als ‘onrustig’ of ‘gefrustreerd’.
De meerderheid van de vrouwelijke deelnemers had tijdens de vezel-innamefase een significant betere stemming dan tijdens de placebofase. Ze scoorden lager op de negatieve emoties en hoger op de positieve emoties. Het bleek ook dat in de vezelfase de diversiteit van de darmbacteriën was toegenomen. Er was een duidelijk verband tussen die verschuiving in hun microbioom en de verandering in hun stemming.
Opvallend was dat bij de deelnemende mannen geen verschil werd gevonden. Niet in stemming en ook niet in de diversiteit van hun darmbacteriën. Waarom dat zo is kunnen de wetenschappers nog niet verklaren, en meer onderzoek is dan ook nodig.
Ook werd onderzoek gedaan naar het effect van de vezels op het darmmicrobioom. In het lab werden opgekweekte darmbacteriën van de afzonderlijke deelnemers 24 uur lang in contact gebracht met de vezels. De verandering in de darmbacteriën die was te zien, bleek sterk overeen te komen met de verandering in de ontlasting van dezelfde deelnemers, nadat ze 12 weken lang het vezelsupplement hadden genomen. Volgens de onderzoekers betekent dit dat op basis van een labtest met darmbacteriën mogelijk voorspeld kan worden hoe iemands microbioom op vezelinname zal reageren. Hierdoor wordt het mogelijk om vezelmixen vooraf te personaliseren, zonder dat mensen ze zelf hoeven te testen.
Referentie