Zelfs twee jaar na een COVID-19 infectie kunnen mensen nog kampen met een hele reeks symptomen. Dat is de conclusie uit een nieuwe studie van de Washington University School of Medicine in St. Louis en het Veterans Affairs St. Louis Health Care system in de Verenigde Staten. De onderzoekers ontdekten dat mensen die COVID-19 hadden, tot twee jaar na de infectie nog steeds een verhoogd risico liepen op diabetes, longaandoeningen, vermoeidheid, bloedstolsels en aandoeningen van het maag-darmstelsel en het bewegingsapparaat. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd in Nature Medicine.
In het voorjaar van 2023 verklaarden de Amerikaanse regering en de Wereldgezondheidsorganisatie dat de wereldwijde noodsituatie op het gebied van COVID-19 voorbij was. Maar voor miljoenen mensen die besmet zijn geweest met SARS-CoV-2 blijft de erfenis van de pandemie voortbestaan als een slopende aandoening die bekend staat als long COVID.
Een nieuwe studie van de Washington University School of Medicine in St. Louis en het Veterans Affairs St. Louis Health Care system toont aan dat zelfs twee jaar na infectie met het virus de gevolgen van COVID-19 kunnen voortduren. De onderzoekers ontdekten dat mensen die COVID hadden opgelopen tot twee jaar na infectie nog steeds een verhoogd risico hadden op veel long COVID-gerelateerde aandoeningen, waaronder diabetes, longproblemen, vermoeidheid, bloedstolsels, aandoeningen van het maag-darmstelsel en van het bewegingsapparaat.
De onderzoekers stelden wel vast dat bij mensen die niet in het ziekenhuis opgenomen waren geweest vanwege COVID-10 de long-COVID symptomen mettertijd afnamen en vrijwel verdwenen. Maar degenen die binnen 30 dagen na besmetting met het virus in het ziekenhuis werden opgenomen, deden het slechter. Twee jaar na infectie bleven hun risico op overlijden en ziekenhuisopname nog steeds verhoogd, en hun risico op allerlei aandoeningen bleef significant voor alle orgaansystemen.
De onderzoekers zien in hun bevindingen bewijs voor de aanzienlijke cumulatieve last van gezondheidsverlies als gevolg van long-COVID en de voortdurende behoefte aan gezondheidszorg voor deze groep patiënten. Zij ervaren niet alleen een langdurige negatieve invloed op hun kwaliteit van leven, maar mogelijk een daling van de levensverwachting en impact op hun arbeidsparticipatie, economische productiviteit en maatschappelijk welzijn.
De nieuwe studie uit St. Louis richtte zich op het risico op overlijden, ziekenhuisopname en 80 verschillende nadelige gezondheidsaandoeningen die mogelijk zijn bij mensen met COVID-19 gedurende de twee jaar na de infectie. Tot dusver concentreerden vrijwel alle studies rond long-COVID zich op de kortere termijn, van 6 tot 12 maanden na de infectiefase.
De onderzoekers analyseerden ongeveer 6 miljoen niet-geïdentificeerde medische dossiers in een database die wordt onderhouden door het Amerikaanse Ministerie van Veteranenzaken, het grootste geïntegreerde gezondheidszorgsysteem van het land. De patiënten vertegenwoordigden verschillende leeftijden, rassen en geslachten.
De onderzoekers creëerden een gecontroleerde dataset van meer dan 5,9 miljoen mensen die niet positief testten op COVID-19-infectie van 1 maart 2020 tot 31 december 2020. Met hetzelfde tijdsbestek stelden de onderzoekers ook een groep samen van 138.818 mensen die positief getest waren op COVID-19. Daarvan waren 20.580 personen wegens een ernstig ziekteverloop in het ziekenhuis opgenomen geweest.
Statistische modellering werd gebruikt om de gezondheidsrisico’s van het virus twee jaar na infectie te onderzoeken. Binnen dat tijdsbestek werden gegevens verzameld van degenen die COVID-19 hadden en van de niet-geïnfecteerde controlegroep in vijf verschillende perioden om te bepalen of en wanneer de risico’s voor 80 long-COVID-gerelateerde aandoeningen begonnen af te nemen tot de niveaus van de niet-geïnfecteerde controlegroep.
Vergeleken met de controlegroep namen de risico’s van overlijden en ziekenhuisopname na de infectie onder degenen die niet in het ziekenhuis waren opgenomen inderdaad af en werden gelijk aan die van de niet-geïnfecteerde controlegroep, na respectievelijk zes en 19 maanden. Over de periode van twee jaar nam het risico af en werd het onbeduidend voor 55 (69%) van de 80 long-COVID-gerelateerde aandoeningen die door de onderzoekers werden bestudeerd. Maar onder degenen die voor COVID-19 in het ziekenhuis werden opgenomen, bleef het risico op overlijden en ziekenhuisopname twee jaar na de infectie verhoogd, net als het risico voor 52 (65%) van de 80 long-COVID-gerelateerde aandoeningen.
Daarnaast maten en vergeleken de onderzoekers het aantal gezonde levensjaren dat verloren ging als gevolg van COVID-19. Ze ontdekten dat bij degenen die niet in het ziekenhuis waren opgenomen, COVID-19 twee jaar na infectie had bijgedragen aan 80 verloren gezonde levensjaren per 1.000 personen. Ongeveer 25% van dit verlies trad op tijdens het tweede jaar.
De onderzoekers ontdekten dat het aantal gezonde levensjaren dat verloren ging aan COVID-19 aanzienlijk hoger was dan bij andere belangrijke ziekten in de VS. Zo eisten kanker en hartaandoeningen over een mensenleven respectievelijk 50 en 52 verloren gezonde levensjaren per 1.000 mensen in vergelijking met de 80 van COVID in de eerste twee jaar na infectie. Daarbij maken de onderzoekers de kanttekening dat er nog geen behandeling bestaat voor long-COVID.
Stappen om het risico op long-COVID te verminderen zouden een belangrijk aandachtspunt van het volksgezondheidsbeleid moeten zijn, menen de onderzoekers. Het verminderen van het risico op infectie en overdracht met bijgewerkte vaccins kan een cruciale strategie zijn om het risico op langdurige gezondheidsproblemen te verminderen. Daarnaast pleiten zij dringend voor een gecoördineerde aanpak die overeenkomt met de omvang en ernst van long- COVID om zo snel mogelijk behandelingen te vinden.
Referentie