Is plantaardige melk net zo voedzaam als koemelk? Meestal niet, is de conclusie uit een recent onderzoek uit de Verenigde Staten. Uit een nieuwe analyse van meer dan 200 plantaardige melkalternatieven blijkt dat maar weinig van deze alternatieven het calcium, vitamine D en eiwit bevatten dat in koemelk zit. Slechts 12% van de onderzochte alternatieve melkproducten had vergelijkbare of grotere hoeveelheden van alle drie de voedingsstoffen, zo bleek uit onderzoek van de Universiteit van Minnesota (Verenigde Staten) dat deze week werd gepresenteerd op het jaarcongres van de American Society for Nutrition in Boston.
Hoofdonderzoeker Abigail Johnson, adjunct-directeur van het University of Minnesota School of Public Health Nutrition Coordinating Center beveelt consumenten aan om op te letten welk soort melk ze kiezen. “Op basis van deze bevindingen moeten consumenten op zoek gaan naar plantaardige melkalternatieven die calcium en vitamine D als ingrediënten vermelden. Ze kunnen ook overwegen om andere bronnen van calcium en vitamine D aan hun dieet toe te voegen.”
Zowel calcium als vitamine D werden in de dieetrichtlijnen 2020-2025 voor Amerikanen geïdentificeerd als voedingsstoffen die van belang zijn voor de volksgezondheid omdat er vaak sprake is van een deficiëntie. Ook in Nederland wordt vaak een vitamine D-tekort geconstateerd, zij het minder vaak dan in de V.S. omdat Nederlanders veel zuivel consumeren. Bij de algehele bevolking gaat het om 6% van de mensen, maar bijna de helft van de niet-westerse allochtonen heeft een vitamine D-tekort. Ook ouderen hebben vaak een vitamine D-tekort. Het Nederlands Huisartsen Genootschap vermoedt dat de helft van de thuiswonende ouderen een vitamine D-tekort heeft, bij ouderen die in een instelling wonen is dat zelfs 85%, wat vooral te verklaren is uit het feit dat deze ouderen maar weinig buiten komen en aan de zon blootgesteld worden.
Het onderzoek was erop gericht om het aantal beschikbare melkalternatieven in de database van het Nutrition Coordinating Center met ongeveer 19.000 voedingsmiddelen te vergroten. De onderzoekers gebruikten voedings- en ingrediënteninformatie van etiketten voor 233 plantaardige melkalternatieven van 23 fabrikanten. Ze pasten een berekeningsprogramma voor voedingsstoffen toe om de volledige informatie over voedingsstoffen te schatten en vergeleken vervolgens de voedingsinhoud van verschillende producten binnen een categorie met elkaar en met koemelk.
Uit het onderzoek bleek dat slechts 28 plantaardige alternatieven evenveel of meer calcium, vitamine D en eiwitten bevatten als zuivelmelk. Bijna twee derde van de onderzochte producten waren gemaakt van amandelen, haver of soja.
Ongeveer 170 van de plantaardige melkalternatieven waren verrijkt met zowel calcium als vitamine D. Dat verrijkingsniveau was vergelijkbaar met dat van zuivelmelk. De onderzoekers ontdekten dat dit gold voor 76% van de producten op basis van haver, 69% van de melk op basis van soja en 66% van de alternatieven op basis van amandelen.
Het mediane eiwitgehalte was 2 gram eiwit per 240 milliliter vloeistof, met een bereik van 0 tot 12 gram. In totaal had 16% van de onderzochte melkalternatieven een eiwitgehalte dat groter of gelijk was aan de 8 gram per 240 milliliter die in koemelk wordt gevonden. Melk gemaakt van sojabonen of erwten had volgens de onderzoekers vaker een hoger eiwitgehalte.
“Onze bevindingen wijzen op de noodzaak om ervoor te zorgen dat consumenten zich ervan bewust zijn dat veel plantaardige alternatieve melkproducten op de markt vandaag de dag qua voedingswaarde niet gelijkwaardig zijn aan koemelk”, waarschuwt Johnson. Ze pleit voor strengere eisen aangaande productetikettering en voor betere voedingsadviezen voor het publiek.
De onderzoekers zijn nu van plan om koemelk en plantaardige melk te vergelijken op de aanwezigheid van andere nutriënten, zoals vezels.
Referentie