Kinderen die sporten groeien vaak op tot tieners met minder internaliserende gedragsproblemen

mei 2023 Beweging Puberteit Sportgeneeskunde Willem van Altena

Kinderen die aan sport doen hebben op latere leeftijd als tiener minder last van angst en somberheid dan leeftijdgenoten die niet hebben gesport. Dat blijkt uit onderzoek door wetenschappers van het Erasmus MC. Een mogelijke verklaring is de gedachte dat kinderen die sporten een sterker gevoel voor eigenwaarde ontwikkelen. Het Rotterdamse onderzoek is onlangs gepubliceerd in vaktijdschrift JAMA Psychiatry.

Dat er een relatie bestaat tussen lichamelijke beweging en psychische gezondheid bij jongeren wordt inmiddels breed aanvaard. De onderzoekers van Erasmus MC zagen dat kinderen die op zesjarige leeftijd sporten later als tiener minder last hebben van internaliserende gedragsproblemen. Dat zijn problemen die te maken hebben met somberheid, angsten en teruggetrokken gedrag. Waarschijnlijk heeft dat te maken met weerbaarheid, denken de onderzoekers.

Generation R

De auteurs maakten gebruik van het Generation R onderzoek met gegevens van duizenden Rotterdamse kinderen. Met scans bekeken ze de ontwikkeling van de kinderhersenen. Met vragenlijsten analyseerden ze of en hoe vaak kinderen sporten, hoe de kinderen naar zichzelf kijken en hoe ze zich voelen. Maar ook hun gedrag als het gaat om slaap, voeding en schermtijd op zesjarige, tienjarige en dertienjarige leeftijd werd in kaart gebracht.

Generation R is een lopende prospectieve bevolkingscohortstudie die gegevens verzamelt vanaf de foetus tot de jongvolwassenheid in het multi-etnische Rotterdam. Zwangere vrouwen in Rotterdam met een verwachte bevallingsdatum tussen april 2002 en januari 2006 kwamen in aanmerking voor deelname, samen met hun kinderen die in die periode werden geboren. De gegevens werden verzameld in één onderzoekscentrum in het Erasmus Medisch Centrum Sophia Kinderziekenhuis. Voor de huidige studie werden gegevens geanalyseerd van 4216 kinderen met volledige gegevens over zowel de blootstelling als de uitkomst op de leeftijd van 6, 10 en 13 jaar. De gegevens werden geanalyseerd van januari 2021 tot november 2022.

Fysieke activiteit werd vastgesteld op 6-jarige leeftijd (bezoek 1) via ouderrapportage en omvatte de wekelijkse frequentie en duur van lopen of fietsen van of naar school, lichamelijke opvoeding op school, buitenspelen, zwemmen en sportdeelname.

Methodiek

Psychiatrische symptomen (internaliserende en externaliserende symptomen) werden beoordeeld op de leeftijd van 6 jaar (bezoek 1) en op de leeftijd van 13 jaar (bezoek 3) met behulp van de Child Behavior Checklist. Verschillende mechanismen werden onderzocht als mediatoren, gemeten op 10-jarige leeftijd (bezoek 2). Neurobiologische mechanismen waren het totale hersenvolume, de microstructuur van de witte stof en de connectiviteit in rusttoestand, gemeten met een 3-T-scanner voor magnetische resonantie. Psychosociale mechanismen waren zelfwaardering, lichaamsbeeld en vriendschap. Gedragsmechanismen waren slaapkwaliteit, dieetkwaliteit en schermtijd voor recreatieve doeleinden. Pearson correlaties tussen lichamelijke activiteitsmaten en psychiatrische symptomen werden berekend, met false discovery rate correctie toegepast om rekening te houden met het aantal uitgevoerde testen. Bemiddelingsanalyses werden uitgevoerd wanneer een correlatie (gedefinieerd als false discovery rate P <.05) tussen blootstelling en uitkomst werd waargenomen en werden gecorrigeerd voor confounders.

Resultaten

Van de 4216 kinderen die in deze studie werden geïncludeerd, was de gemiddelde leeftijd 6,0 (0,4) jaar bij bezoek 1, en 2115 deelnemers (50,2%) waren meisjes. Meer sportdeelname was geassocieerd met minder internaliserende symptomen (β voor direct effect, -0,025; SE, 0,078; P = .03) maar niet met externaliserende symptomen. Eigenwaarde medieerde de associatie tussen sportdeelname en internaliserende symptomen (β voor indirect effect, -0,009; SE, 0,018; P = .002). Er werd geen bewijs gevonden voor associaties tussen andere neurobiologische, psychosociale of gedragsvariabelen. Er werd geen verband gevonden tussen andere soorten lichaamsbeweging en psychiatrische symptomen op deze leeftijden.

Referentie

Rodriguez-Ayllon M, Neumann A, Hofman A, et al. Neurobiological, Psychosocial, and Behavioral Mechanisms Mediating Associations Between Physical Activity and Psychiatric Symptoms in Youth in the Netherlands. JAMA Psychiatry. 2023 May 1;80(5):451-458. doi: 10.1001/jamapsychiatry.2023.0294. PMID: 36988919; PMCID: PMC10061317.